Grootste deel Marineterrein komt toch in handen van gemeente

Marineterrein teruggegeven aan Amsterdam
Waarom het zo lang duurde komt vast nog wel eens boven water, maar na anderhalf jaar gesteggel zijn de gemeente Amsterdam en Defensie eruit! De oorspronkelijke overeenkomst uit 2013 over de teruggave van het terrein aan de stad wordt grotendeels uitgevoerd. En dat betekent dat de krijgsmacht slechts op een klein deel actief zal blijven.
In 2013 werd afgesproken dat Amsterdam uiterlijk in juli 2018 het grootste gedeelte van het terrein zou overdragen voor herontwikkeling.

Uit de bestuursovereenkomst:
"De Staat stelt uiterlijk op 31 december 2014 alle gronden, waterpartijen en gebouwen op het terreindeel links van de toegangspoort volledig beschikbaar voor de ontwikkeling. De Staat stelt de rest van het terrein (gronden, waterpartijen en gebouwen), met uitzondering van het Marechausseegebouw en één of twee gebouwen voor de Nationale Reserve, en het Depot (Scheepvaartmuseum) uiterlijk op 1 juli 2018 volledig en onvoorwaardelijk beschikbaar voor de ontwikkeling."
Defensie wilde niet weg
Defensie weigerde in 2018 echter te vertrekken. Daarvoor had men enkele argumenten, maar hout sneden die niet. Na een uitgebreid WOB-verzoek dat pas lang na de wettelijke termijnen antwoorden opleverde en de daarop volgende vragen vanuit de Tweede Kamer bleef het lang stil. Maar nu is er dan eindelijk uitsluitsel.
Defensie blijft zoals oorspronkelijk afgesproken in het Marechausseegebouw. In diezelfde hoek (de oppervlakte van een of twee gebouwen) zal waarschijnlijk nieuwbouw worden gepleegd. Het sportterrein gaat gedeeld worden tussen Defensie en de buurt.



Gedraai met procenten en aantallen woningen
In diverse media wordt gemeld dat Defensie oorspronkelijk helemaal van het terrein zou verdwijnen en dat ze nu als gevolg van de laatste onderhandelingen er toch nog 10 procent uit hebben weten te slepen. Dit klopt dus niet. Ze leggen zich min of meer neer bij de overeenkomst uit 2013.
Ook de veelgenoemde 1400 woningen die oorspronkelijk gebouwd zouden worden en nu door de nieuwe afspraken voor een deel niet door zouden gaan zijn een fabel. Het aantal van 1400 komt uit een zeer globale schatting die de gemeente jaren geleden maakte voor alle nog te ontwikkelen gebieden in de stad. Dit getal was echter al achterhaald voor Defensie besloot opnieuw te gaan onderhandelen. Sterker nog, het toenmalige college van B&W zag eerder een soort bedrijventerrein voor zich met een beperkt aantal woningen, uitsluitend voor expats. Dankzij oplettende raadsleden werd de wethouder hierop teruggefloten en staat de noodzaak om woningen te bouwen en voor voorzieningen te zorgen weer op de radar.

Tevreden
Minister Ank Bijleveld (Defensie) zegt tegen Het Parool tevreden te zijn met de uitkomst. Dat kan ze beweren, maar ik kan alleen maar zeggen dat ik het jammer vind dat het project zo lang heeft stilgelegen door de draai van Defensie, maar dat ook ik tevreden kan zijn met de uitkomst. Van winnaars of verliezers wil ik echter niet spreken. Een teleurstellende overheid is wat er namelijk ook blijft hangen.
Desondanks is het nu tijd om naar de toekomst te kijken en te hopen dat de verdere invulling van het terrein zorgvuldig en met inspraak van burgers tot stand zal komen. We gaan vol goede moed vooruit!

Lees hieronder de berichtgeving in Het Parool van 17 maart:





Defensie behoudt een kleine basis op het Marineterrein, de stad mag de rest van het gebied bebouwen. Er ligt, na maanden ruzie, eindelijk een deal – wel ten koste van honderden woningen uit de oorspronkelijke plannen.

Ruben Koops en Hanneke Keultjes
17 maart 2020

Het overgrote deel van het Marine Etablissement, een voormalige marinebasis in het hart van de binnenstad, komt dan toch grotendeels in Amsterdamse handen. Het terrein, nu nog in handen van Defensie, zal ruimte gaan bieden aan 800 tot 900 nieuwe woningen en kantoorruimte, terwijl ook enkele onderdelen van de krijgsmacht een deel van het terrein behouden.

De ‘compacte kazerne’, op de noordoosthoek van het terrein, biedt ruimte aan het dienstencentrum van Defensie, die bijvoorbeeld verantwoordelijk is voor keuringen van militairen, en de afdeling die verantwoordelijk is voor campagnes en reclame. Ook is er plek voor een kleine post van de Marechaussee. De rest wordt een nieuwe stadswijk.
Wethouder Victor Everhardt (Marineterrein) is zeer tevreden met deze voorlopige afspraken ‘op hoofdlijnen’, die hij en Defensie vandaag naar buiten brengen. Dat is vanuit zijn perspectief bezien niet zo gek. Toen hij in oktober 2019 aantrad als wethouder lag er nog een claim van de krijgsmacht om minimaal 50 procent van het terrein in gebruik te houden, zodat er in de ogen van de gemeente niet genoeg grond overbleef om een volwaardige wijk te kunnen bouwen.

Groot sportveld
Everhardt presenteert vandaag heel andere uitkomsten. De oorspronkelijke claim van Defensie is teruggebracht naar ongeveer 10 procent van het terrein. Het grote sportveld, dat eigendom blijft van Defensie, wordt gedeeld tussen de nieuwe buurt en de krijgsmacht. Ook stemt Amsterdam ermee in dat helikopters tien dagen per jaar gebruik kunnen maken van het sportveld als landingslocatie. In een Nota van uitgangspunten, die eind dit jaar gereed moet zijn, worden alle afspraken uitgewerkt.

Op de resterende 11,5 hectare van het terrein, al sinds de 17de eeuw een werf en marinebasis en daarom afgegrendeld van de stad, kan daarna eindelijk gebouwd worden. Amsterdam wil het gebied al sinds 2013 ontwikkelen. Defensie zou zich in eerste instantie helemaal terugtrekken van de basis, omdat het ministerie toentertijd op zoek was naar bezuinigingen. In de zomer van 2018 besloot minister Ank Bijleveld (Defensie) echter toch om opnieuw naar de onderhandelingstafel te gaan, vanwege de ‘snel veranderende veiligheidssituatie in de wereld.’

Ambitie bijgesteld
Deze draai zorgde voor veel wrevel bij Everhardts voorganger, wethouder Udo Kock. Ook in de Tweede Kamer klonk verbazing over de opstelling van Bijleveld. Inmiddels zijn de plooien gladgestreken. Wat Defensie bewogen heeft nu genoegen te nemen met een kleiner deel van het terrein, kon Everhardt niet zeggen. “Dat is onderdeel van onderhandelingen geweest,” zegt hij.
Toch heeft Amsterdam een veer moeten laten. Van de oorspronkelijke woningbouwambitie van 1400 woningen blijven ongeveer 800 tot 900 woningen over. Ook is niet zeker of het gaat lukken de oude belofte gestand te doen om de helft van het terrein voor recreatie en groen beschikbaar te stellen. “We moeten die woningen zo optimaal mogelijk gaan neerzetten op de beschikbare 11,5 hectare. Dat zal een puzzel worden,” aldus Everhardt.
Bijleveld constateert in een reactie tevreden dat Defensie ‘met een kazerne op het Marineterrein verzekerd blijft van een zichtbare aanwezigheid in de hoofdstad’.

Reacties