Strijd om invulling Marineterrein Amsterdam hervat

In 2013 sloot de gemeente Amsterdam een overeenkomst met de rijksoverheid over de teruggave van het Marineterrein aan de stad. In 2018 zou de krijgsmacht vrijwel geheel vertrokken moeten zijn, maar in de zomer van dat jaar weigerde Defensie dit en ging opnieuw in onderhandeling. Dit duurde maar liefst anderhalf jaar, waarin WOB-verzoeken, Kamerdebatten en ijzige stilte elkaar afwisselden. 
Nu Defensie bekend heeft gemaakt zich toch aan de oorspronkelijke afspraken uit 2013 te willen houden is de strijd om de invulling van het terrein heropend. De krijgsmacht behoudt 10 procent van de oppervlakte en de resterende 90 procent kan voor het grootste deel worden ingevuld met wat de stad nodig denkt te hebben. Woningen, bedrijven, onderwijsinstellingen, voorzieningen of groen. De mix hiervan moet nog bepaald worden in het speelveld tussen rijksoverheid, gemeente en burgers.



Siep de Haan
Siep de Haan, docent wiskunde en voormalig promotor van de Amsterdam Gay Pride schreef deze week een opiniestuk voor Het Parool waarin hij pleit voor meer recreatiemogelijkheden in de stad. Hij vindt dat het huidige stadsbestuur niet snel genoeg handelt en roept op om de groene toekomstplannen die er al liggen versneld uit te voeren. Dit betekent meer parken, stadsstranden en 'groene lopers'.

Marineterrein
Als voorbeeld noemt hij het Marineterrein. Hij roemt de mogelijkheden die het nu al heeft: een zeer druk bezocht park met een prima zwemplek.

Het vorige college zag hier voor de toekomst een soort bedrijventerrein voor zich met slechts enkele 'pocket parks'. De gemeenteraad floot de wethouder daarop terug met aanvullende eisen op het gebied van groen en woningbouw. En daar wringt voor De Haan de schoen. Om aan de woningbehoefte te voldoen en tegelijk de ambities voor een park te kunnen realiseren zal er compact gebouwd moeten worden. Dat betekent hoogbouw. Maar dat wil De Haan expliciet niet.

Liever de lucht in
Mijns inziens is er echter best wat mogelijk op het terrein. De strook aan de spoorzijde is namelijk uitstekend geschikt voor bescheiden hoogbouw. Een beperkt aantal woontorens zal een minimale schaduwwerking tot gevolg hebben en ruimte op het maaiveld overlaten om een flink park te kunnen realiseren. De woonblokken op de Piet Heinkade aan de andere kant van het spoor, die overigens ook al vrij hoog zijn, zullen relatief weinig last hebben door de ruime afstand tot het Marineterrein. Als er voor voldoende doorkijk gezorgd wordt kunnen ook zij genieten van een groen uitzicht.
Zo ontstaat een win-win-situatie. Groen en woningbouw op een schitterende plek.


Hieronder het stuk van Siep de haan uit Het Parool van 15 mei 2020

‘Wacht geen 30 jaar met plannen, groen is nu nodig’

Kom op met de uitvoering van die groene ambities, zegt docent Siep de Haan tegen het college. Begin nu aan een nieuw stadsbos, grotere parken en meer stranden.
Het Marineterrein is nu al in gebruik voor recreatie. Groen kan er meer ruimte krijgen als de stad daarvoor kiest.

Uitbreiding van parken in Amsterdam. Het vergroenen van de stad. Wat een heerlijke plannen in de Groenvisie van dit college, uitgedragen door wethouder Laurens Ivens. Helaas, bij nadere bestudering blijkt dat het gaat om vergroening in 2050. Het is nu 2020. Alle mensen moeten nog dertig jaar wachten.
Dat hoeft niet: er kan ook nu vergroend worden. Het Marineterrein is vrijgekomen, 13 hectare midden in de stad Amsterdam. Defensie behoudt een klein gedeelte, ongeveer 2 hectare. Dan blijft er 11 hectare over voor vergroening. Maar het Marineterrein wordt bebouwd als het aan het college ligt, terwijl nu het grootste deel van het Marineterrein een groene oase is. Eromheen ligt veel (schoon) water, erg geschikt voor zwemmen en recreƫren. Op zomerse dagen liggen duizenden mensen te genieten op de grote groene gazons. Het college lijkt te gaan voor hoofdzakelijk hoogbouw, zodat alle uitzicht op groen juist lijkt te worden weggenomen. Alleen de duurdere woonsector krijgt dan waar voor zijn en haar geld. Ons advies aan de wethouder: nog dit kalenderjaar beginnen met de aanleg van structureel en meer groen op het Marineterrein. Dat kan, als hij dat echt wil.

Zonparadijs
Een tweede voorbeeld: leg in de hoofdstad op meerdere plekken permanente stadsstranden aan. In de nieuwe wijk Oostenburg was het prachtige en veelbezochte strand rond restaurant Roest. Helaas heeft dat populaire strand moeten wijken voor enorme hoogbouw, waardoor alle uitzicht van omwonenden op het gele strand en het water is verdwenen.
Het stadsstrand Pllek moet plaatsmaken, ook op NDSM komt veel nieuwbouw. Strand Blijburg is al weg. Dit college lijkt voor komende jaren te kiezen voor nieuwbouw boven natuur, met vaak hoogbouw, een omgekeerde vorm van vergroening. Kies juist nu als college voor prachtige plekken zoals rondom restaurant van Hannekes Boom: heerlijk zwemmen met een groot groen gazon en een waar zonparadijs nabij de tuinen waar Ramses Shaffy op een boot woonde. Koester deze plekken.

Tropisch
Een derde voorbeeld: Java-eiland. De kop van het Java-eiland is al jaren leeg en sleets. Maak ook van het Java-eiland als geheel een prachtig park. Het eiland leent zich uitstekend voor een strand, bomen en veel groen. Het gebied is groot met alleen Hotel Jakarta. Breid de indrukwekkende tropische natuur van Hotel Jakarta uit naar het buitengebied rondom dit schitterende gebouw. Wethouder Ivens kan nog dit jaar aan de slag om het lege Java-eiland te vergroenen.

Voorbeeld vier: groene lopers in de stad. Maak de binnensteden minder stenig. Steeds meer grotere steden hebben bij de onregelmatig optredende harde regenbuien grote moeite met de afvoer van al het plotseling overtollige regenwater. De stad kan door te vergroenen tegelijkertijd de afvoer van het regenwater veel beter opvangen. Maak van de grote invals­wegen, de zogenoemde corridors van Amsterdam, wegen richting het centrum van Amsterdam, mooie groene lopers, met grote bomen, brede gazons en tuinen vol bloemen.

Neem de Piet Heinkade, op dit moment vooral een ranke, maar kale en stenige weg met aan de ene kant het spoor en aan de andere krant grote en lange, stenige trottoirs. Haal de stenen weg en plaats er groen voor terug. Maak er stads­lanen van met veel bomen, gazons, vijvers en architectonisch verantwoorde en mooie fonteinen.

Het groene college kan zijn naam nu waarmaken. Niet over dertig jaar alles klaar hebben, maar dit jaar al beginnen. Alleen auto’s verbannen uit een deels autoluwe binnenstad is niet genoeg. Auto’s weg uit de binnenstad en er enorme hoogbouw voor terugzetten is geen groenplan. Het is een veel te beperkte visie en ambitie. De inwoners van de hoofdstad dertig jaar laten wachten op dat beetje extra groen? Dat moet niet kunnen en dat wachten hoeft ook niet. College, begin alvast dit jaar met de aanleg. Ik weet zeker dat er ontelbare mooie groene parken of goudgele strandplekken te maken zijn. Van een groene visie alleen kan de burger niet genieten.

Reacties